De vorming van de nieuwe beroepsvereniging voor fotografen, onder de werktitel Dutch Photographers, gaat gestaag door. Dat blijkt uit het plan dat vanmiddag wordt gepubliceerd op de website van de Fotografenfederatie. De beroepsorganisaties BFN, GKf, MWF, PANL, SVFN, NVJ-Sectie NVF, stichting MPN en de Fotografenfederatie zijn al vanaf maart 2013 bezig met het plan. De boodschap van het plan is helder; we moeten de krachten bundelen. Het wordt ook de hoogste tijd dat de diverse fotografen inzien dat ze meer overeenkomsten hebben, dan verschillen. Of zoals in het plan mooi wordt verwoord: “De tijd van schuttersputjes ligt ver achter ons.” Het plan dat nu wordt voorgelegd aan de leden is solide, het is duidelijk toekomstgericht en biedt plek voor alle soorten fotografie en staat open voor verdere samenwerking met andere creatieve sectoren.
De roep voor een nieuwe vereniging bestaat al langer. Maar tot voor kort waren de verenigingen nog teveel op zichzelf gericht om een samengaan mogelijk te maken. Overigens is er officieel geen sprake van een fusie, dat zou teveel voeten in aarde hebben. De opzet is nu dat de verenigingen die samen willen gaan zichzelf opheffen en hun leden adviseren lid te worden van de nieuwe vereniging. Alle verenigingen achtten vorig het jaar het belang van één grote organisatie groot. Niet alleen omdat je dan een betere lobby hebt, ook omdat heel veel werkzaamheden dubbel of door anderen worden uitgevoerd en fotografen vaak niet wisten waarom en bij welke vereniging ze zich moesten aansluiten. Nieuwe leden trekken is steeds lastiger geworden, door één grote vereniging te vormen moet dat tij worden gekeerd.
Positivisme
In het plan wordt ook duidelijk gemaakt dat het belangrijk is om duidelijk te maken wat je krijgt als je lid bent van een beroepsvereniging. “De uitdaging ligt dan ook in het zichtbaar maken van echte voordelen, niet in wat je ze denkt te bieden,” aldus het plan. Zeker de jonge generatie kijkt vooral naar de zachte voordelen, zeggen de opstellers. Het gaat meer om het maken van netwerken, een ‘community’, en uitwisseling van inspiratie zowel tussen vakgenoten als andere sectoren. Minstens zo belangrijk is dat de vereniging positief in het veld staat. “Een groot alarm moet afgaan als je nu te maken hebt met negatieve feedback, emotionele uitbarstingen en scheldpartijen. Maar ook als je te maken hebt met leden die altijd een excuus hebben om niet naar bijeenkomsten te komen.” Dat wordt voor sommige leden wellicht nog moeilijk, fotografen staan nogal eens bekend dat ze veel mopperen. Maar dat is verloren energie, je kunt beter vooruit kijken dan achteruit. De nieuwe vereniging zal daar zeker aan werken. “Lid zijn is een meerwaarde en vooral iets om trots over te zijn,” staat in het plan.
Doelstelling
Een belangrijk doel van Dutch Photographers is netwerken. Tussen fotografen onderling, tussen fotografen en opdrachtgevers, met het bedrijfsleven, culturele sector, andere brancheorganisaties en de politiek. Daarnaast ondersteunt de nieuwe vereniging de aangesloten fotografen, voor de juridische dienstverlening wordt samengewerkt met de NVJ. Een goede zaak is dat de nieuwe vereniging niet alleen openstaat voor reeds gevestigde beroepsfotografen, maar dat er ook een geassocieerd lidmaatschap is. Zo kan iedereen die werkzaam is in het werkveld of daarmee te maken heeft zich verbinden met de fotografen en het netwerk vergroten. De geassocieerde leden hebben overigens geen stemrecht. Het doel is vooral de organisatie te verbreden. In het plan wordt zelfs gesproken van een “voorzichtige overbruggingsstrategie om van een organisatie van fotografen tot een bredere organisatie voor de fotografiebranche of creatieve sector uit te groeien”. Iets waar ik zelf al achter sta, al een tijdje ben ik overtuigd dat de nieuwe vereniging een stap is naar een nog grotere samenwerking. Maar eerst moeten er nog binnen de fotografie de nodige hobbels genomen worden, al worden gelukkig die steeds minder.
Bloedgroepen
Hoewel de meeste fotografen een gemengde praktijk hebben, willen fotografen nog al eens neerbuigend kijken naar andere vormen van fotografie en zien ze graag hekken om hun vakgebied heen. Dat is zonde en slecht. In het plan wordt terecht gezegd dat doordat binnen de Dutch Photographers alle disciplines elkaar ontmoeten we van elkaar kunnen leren en elkaar kunnen inspireren. Om toch de verschillende bloedgroepen een plek te geven zijn er wel diverse platforms: Journalistiek platform NVF, Platform GKf, Publieksfotografie, Platform Toegepaste fotografie en Medisch wetenschappelijke fotografie. Sommigen hebben aanvullende eisen. Zo moet je bij het platform GKf ‘passen’ en kun je je alleen aansluiten als je wordt voorgedragen door twee leden van het platform. Voor de Medisch wetenschappelijke fotografie moet je kunnen aantonen dat je ook echt werkzaam bent in die sector. Bij Publieksfotografie komt een extra subplatform waarin een kwalificatiesysteem wordt gehanteerd zoals nu het geval is bij de MPN. Eigenlijk geven de platforms de huidige structuur van de verenigingen weer, het platform Toegepaste fotografie is in principe de oude PANL. De verenigingen heffen zich dus officieel op, maar gaan min of meer door als platform in de nieuwe vereniging. Alleen bij Publieksfotografie worden echt drie verenigingen samengevoegd: de SVFN, BFN en MPN. Zij hebben dan ook de grootste overlap met elkaar, zeker de eerste twee. De platforms zijn echter geen formele organen van de vereniging en hebben geen rechtspersoonlijkheid. Het is vooral een manier om makkelijker met gelijkgestemden in contact te komen. De platforms kunnen ook veranderen en het bestuur moedigt leden van de nieuwe vereniging ook aan om zelf actief te zijn.
Bouwen
De hoofdlijnen staan nu vast en die zijn veelbelovend. Uit de plannen van de nieuwe vereniging komt een duidelijk positieve instelling naar voren. Er moeten uiteraard nog belangrijke zaken worden uitgewerkt, zoals de statuten en de begroting, maar die zullen de nieuwe vereniging niet in de weg gaan staan. Het is een grote stap voorwaarts dat de meeste verenigingen de noodzaak inzien en dat ze bereid zijn de oude structuren te verlaten en te gaan bouwen aan iets nieuws. Het oud zeer tussen sommige verenigingen gaat overboord. Tenslotte doen alle fotografen eigenlijk hetzelfde.
Achterhoede
Een rondgang bij verschillende fotografen en verenigingen laat duidelijk zien dat men over het algemeen uitermate positief is over de nieuwe vereniging. De grootste tegenstand komt nog van de BFN. Of in ieder geval van het bestuur, want uit een onderzoek tussen de BFN leden blijkt dat de meerderheid (57%) het belang van één beroepsvereniging ziet, slechts 6% vindt het niet wenselijk. Desalniettemin lijkt het bestuur alles in werking te zetten om het proces te vertragen. Zo stelt het in de laatste nieuwsbrief van 9 april opeens aanvullende eisen, terwijl het plan toen al geschreven is. Zo eisen ze dat de nieuwe vereniging alleen toegankelijk is “voor hen die het hoofdinkomen verkrijgen vanuit de professie als fotograaf.” In hun huidige statuten van de BFN wordt alleen gesproken over het rechtmatig uitoefenen van het beroep, niet dat fotografie het hoofdinkomen is. Iets wat overigens steeds lastiger wordt voor een fotograaf, velen geven ook les of hebben andere werkzaamheden om het hoofd boven water te kunnen houden. Opvallend is bovendien dat de BFN weer hekken om het lidmaatschap wil zetten met een strenge ballotage. Iets wat de nieuwe vereniging juist niet wil. Het lijkt erop dat de BFN een achterhoedegevecht aan het houden is. In een jaar tijd is het ledental ook drastisch gezakt, op de site staat nog dat ze ruim 550 leden hebben, uit een interne presentatie blijkt dat het nu rond de 380 ligt. Dat aantal daalt nog steeds, blijkt uit gesprekken met fotografen. Kritische leden wordt zelfs verteld dat ze maar beter weg kunnen gaan. Waarom de BFN dwars ligt, is gissen. Het kan te maken hebben met de financiën, eerder het breekpunt van de geplande fusie van de BFN en de SVFN. De BFN is een rijke vereniging en wil wellicht dat geld niet verdelen over een grotere groep, suggereert een lid.
Door
De barricades die de BFN opwerpt zullen echter het proces van de nieuwe vereniging niet in de weg staan. De laatste fase is immers ingegaan en ook zonder de BFN is Dutch Photographers een krachtige en uitstekende vereniging waar je als fotograaf aangesloten wil zijn. Het gaat alleen maar voordelen bieden. Niet alleen is er een sterke belangenbehartiging, collectieve inkoopvoorwaarden zijn makkelijker en vooral wordt je netwerk en kennis veel groter. Door een grotere vereniging kunnen meer evenementen als de Donkere Kamer worden gehouden. We moeten elkaar inspireren en kennis delen. We zijn geen concurrent van elkaar, maar allemaal collega’s die het mooiste beroep van de wereld hebben! Dat straalt de nieuwe vereniging nu al uit.
Helder stuk dat het belang van 1 grote vereniging nog eens goed onderstreept.
De houding van de BFN snap ik niet. Het lijkt er sterk op dat het besef bij het BFN bestuur nog niet ingezonken is dat na de vorming van de nieuwe vereniging de huidige Fotografen Federatie er niet meer is. Als de BFN zich dus niet aansluit bij de nieuwe vereniging, dan is men ook alle diensten van de Federatie kwijt en blijft er voor de leden wel een heel mager dienstenpakket over.
Uitstekend stuk. Ik ben als SVFN-lid een beetje betrokken geweest bij de fusiegesprekken en kan niet anders zeggen dan dat ik de sfeer en richting zeer positief vind!
Uitstekend stuk Bas !
Duidelijk en helder Bas. Ben benieuwd hoe alles in de praktijk gaat lopen. Maar: “Tenslotte doen alle fotografen eigenlijk hetzelfde” dat zie ik iets genuanceerder, maar ik begrijp wat je bedoelt. En alleen fotografen toelaten die hun hoofd inkomen uit fotografie halen… dan zou t wel eens een kleine en eenzijdige vereniging kunnen worden.
Wat een openbaringen Bas! Wel jammer dat je schijnbaar wel leden van de BFN hebt gesproken maar geen bestuurlid? Jammer, had je e.e.a. kunnen verifiëren en was je opinie wellicht objectiever geweest. Van aannames en oordelen is nog nooit iemand wijzer geworden.
Dus Judith, de info die Bas van een BFN lid krijgt over BFN’s positie t.a.v. de nieuwe verening is onbetrouwbaarder dan wanneer hij die van een bestuurslid krijgt?
Dan zou ik als bestuur maar flink werk maken van goede en betrouwbare voorlichting naar de leden toe.