Voorspellen welke foto de World Press Photo gaat winnen is ondoenlijk. Gelukkig maar, want zo blijft het spannend. Het is vooral afhankelijk van de jury, die ieder jaar weer anders is. Vorig jaar koos de jury voor verhalende foto’s met meerdere lagen. Volgens juryvoorzitter Francis Kohn zocht de jury dit jaar naar foto’s die op de een of andere manier innovatief waren. Daarmee doelt hij op foto’s die de visie van de fotograaf laten zien. Maar de foto’s moeten ook duidelijk laten zien wat er aan de hand is en een goede nieuwswaarde vinden. Dat levert meer traditionele fotografie op bij de winnaars. Foto’s met een heldere beeldtaal.
De enige categorie waar de jury voor minder traditionele fotografie heeft gekozen is People. Dat heeft ongetwijfeld te maken met de voorzitter van die deeljury, Nanda van ’t Veer. Zij komt niet echt uit de fotojournalistiek, al volgt ze de ontwikkelingen wel degelijk, maar zit veel meer richting de creatieve fotografie. Zo’n blik van buiten kan verfrissend zijn. De keuze voor de serie van de Japanse fotograaf Kazuma Obara is daar een goed voorbeeld van. Hij maakte een serie over een vrouw die een paar maanden na de nucleaire ramp in Tjernobyl in 1989 is geboren in Kiev. Daarvoor maakt hij gebruik van oude Russische kleurenfilmrolletjes die gevonden waren bij het plaatsje Pripyat, vijf kilometer van de kernreactor vandaan. Hij wist niet hoe de films ontwikkeld moesten worden en de radioactiviteit zal de films ook geen goed gedaan hebben. De foto’s krijgen door het effect een extra laag. Rondom Tjernobyl is alles min of meer doods, het is een rare en nare omgeving geworden. Je voelt dat als je de foto’s ziet, je gaat van alles afvragen. Ook wie de vrouw nu eigenlijk is. Het lijkt kunstzinnige fotografie, maar het is wel degelijk documentair. Obara heeft veel research gedaan. Niet alleen naar het onderwerp Tjernobyl, ook naar manieren om het verhaal goed te kunnen overbrengen. Goed dat de jury zo’n serie weet te waarderen. Dat instantie geldt in principe dat ook voor de serie van Daniel Ochoa de Olza over de aanslagen in Parijs, ware het niet dat zijn agentschap AP de serie heeft teruggetrokken en een andere serie nu de derde prijs krijgt.
De foto’s van Obara staan in schril contrast met de harde nieuwsfoto’s van bijvoorbeeld Niclas Hammarström. En hoewel de foto in eerste instantie niets te wensen laat aan duidelijkheid, kun je toch veel verhalen zien in de foto. Dat de jury vrij traditionele foto’s heeft gekozen is dan ook niet zozeer een zwaktebod of harde kritiek. Want zoals de foto van Hammarström laat zien, heeft de jury wel sterke foto’s gekozen. De serie van Sameer Al-Doumy over een aanslag in Syrië is heftig om naar te kijken. Het is letterlijk dood en verderf wat je ziet. Maar het is wel zo gefotografeerd dat je wel moét kijken, je kunt niet wegkijken, niet weglopen voor het leed dat daar is geleden en wat aan de kern staat van de vluchtelingenstroom waarmee ook wij in Nederland te maken hebben. Waar heel de wereld te maken heeft. Al-Doumy heeft een verhaal te vertellen, precies waar de jury naar op zoek was.
Nog een goed voorbeeld is de foto van John J. Kim over een demonstratie tegen het politiegeweld. De fotograaf staat er zo dichtbij, dat je de bloeddruk bijna hoort stijgen van de agent en de demonstrant. De foto staat vol van spanning, maar is tegelijk wel vrij traditioneel van compositie. Traditioneel hoeft dus niet per se te betekenen dat het achterhaald is, als het werkt dan werkt het. Kijk naar de foto van de demonstraties in Parijs na de aanslagen bij Charlie Hebdo. Het lijkt een schilderij van een paar eeuwen geleden, zeker door het lichtval, maar het is vrij recent gefotografeerd. Als je het over lichtval hebt, dan is de foto van voormalig World Press Photo winnaar Paul Hansen magnifiek. Het lijkt alsof je naar een zwart plaatje kijkt, zo donker is alles. Tot je net wat beter kijkt en dan zie je een vluchteling heel iets verlicht. De rest zijn slechts schaduwen. De vluchtelingen zijn zo donker omdat ze niet op mogen vallen, anders worden ze gesnapt. Flitsen is dan ook uit den boze, de fotograaf zou dan de positie verraden. Dankzij de moderne camera’s kun je dit soort foto’s maken. Het is echter vooral het verhaal in de foto en alle verbanden die je kunt maken die het beeld zo sterk maken.
Wie nu denkt dat de World Press Photo alleen maar over kommer en kwel en bloed en dood gaat, heeft het mis. Want al gaat het om fotojournalistiek, er zijn ook hele andere soorten foto’s te zien. De Sport categorie is altijd goed voor zo’n tegengeluid. Daar heeft men nu eens niet vooral gekozen voor de grote evenementen en wedstrijden, maar vooral voor het sporten in het dagelijks leven. Dat levert boeiende foto’s op, die laten zien wat je met sport kunt bereiken. Voetballen bijvoorbeeld om de ebola overlevenden te ondersteunen. Of het zijn gewoon mooie foto’s, zoals de winnende foto van Christian Walgram. Een foto waar alles klopt: compositie, licht en timing. Klassiek ja. Eerlijk is eerlijk, ik heb dan toch meer met de foto’s die Vladimir Pesnya maakte van het ijshockeyteam. Dat gaat verder dan de registratie. Je wilt direct naar buiten gaan en ook sporten. Ok, misschien als het wat warmer is.
Ook Nature is een categorie waar je minder snel ellende ziet. Kijk naar de foto van Anuar Patjane Floriuk, dat is toch gewoon prachtig? Die wil je aan de muur. Toegegeven, de serie van Tim Laman gaat niet over een heel erg rooskleurig onderwerp. Zijn foto’s zijn echter meeslepend. Het zijn foto’s waar veel werk studie aan vooraf gaat, je moet namelijk heel goed weten hoe de dieren zich gedragen en waar ze zich bewegen. De foto waarbij Laman een orang oetan hoog in de boom fotografeert is dan ook bijzonder. De fotograaf zit overigens niet zelf in de boom, maar heeft daar een GoPro opgehangen. En dan is het wachten en geluk hebben. Of beter, geluk afdwingen. Zoals Christian Ziegler ook heeft gedaan met zijn serie over kameleons. Het is pure vakmanschap met een journalistieke boodschap.
Het zijn fotografen met een visie. Net als bij de winnende series bij Long Term Project. Stuk voor stuk sterke verhalen, waar met name de echte winnaar Mary F. Calvert ook nog een statement neerzet. Ze fotografeerde vrouwen die in het leger seksueel zijn misbruikt. Een serieus probleem, waar echter weinig aan gedaan wordt. Dankzij Calvert worden de vrouwen niet vergeten en wordt de druk op het leger opgevoerd om er iets aan te doen. De fotograaf legt niet alleen vast, ze wil ook zorgen voor een positieve verandering. Genadeloos legt ze de problematiek vast waar de slachtoffers mee te maken hebben. Ze worstelen stuk voor stuk met het onrecht dat ze is aangedaan. Het is goed dat fotografen als Calvert zo vasthoudend zijn en vastleggen waar ze zich echt bij betrokken voelen.
Dat geldt ook bij de hoofdwinnaar, de foto die Warren Richardson maakte van een man die zijn baby door een gat in het prikkeldraad bij de grens doorgeeft. Opnieuw een klassiek beeld. Zwart-wit, een echte actiefoto en een duidelijk en herkenbaar onderwerp. Toch zit er meer in. Je wilt weten wie ze zijn en hoe het met ze zal gaan. Tegelijk laat de foto voelen wat vluchtelingen moeten doorstaan. Voor zover dat fotografisch mogelijk is weliswaar. Maar de wanhoop in het gezicht spreekt boekdelen. Het is menselijk leed dat heel humaan is gefotografeerd. De fotograaf is op eigen gelegenheid, dus zonder opdracht, naar de grens gegaan en heeft daar dagen met de vluchtelingen opgetrokken. Omdat hij wilde weten hoe het is, Richardson is nieuwsgierig naar de mensen. Hij wilde het voelen. Dat merk je als je de foto ziet. Hij is onderdeel van het gebeuren. De onscherpte door de beweging, het weinige licht en de ruis zorgen mede voor dat gevoel. Door juist (onbewust) van al de fotografische regels af te wijken wint de foto aan kracht. De foto vertelt een verhaal en niet zomaar een. In één beeld weet Richardson een groot internationaal probleem goed in beeld te brengen en vragen op te roepen. Dan ben je een goede fotograaf.
Al met al heeft de jury zeer goede foto’s gekozen vind ik. Als ik kritiek moet hebben, dan is het misschien dat de jury dit jaar niet echt een duidelijk statement heeft gemaakt, zoals dat vorig jaar wel is gebeurd. Of heeft de jury dat juist wel gedaan door voor die aan duidelijkheid niets te wensen overlatende foto’s te kiezen? Die je confronteren met de harde werkelijkheid.
Deze blog is een samenvatting van de lezing die ik tijdens het Festival voor Nieuwsfotografie op 20 februari 2016, twee dagen na de bekendmaking, heb gegeven over de World Press Photo.