Vandaag is het negen maanden geleden. Pas. Al. Een zwangerschap lang. Normaal houd je dan leven vast. Ik kruip die avond bij mijn zoon in bed. Hij heeft het zwaar, een longontsteking. Ik lig dicht tegen hem, aai en kroel hem, hij ontspant. Zing zoals zo vaak liedjes, nu met betraande ogen. Dan voel ik het. Het is zover.
Altijd heb ik gedacht dat mijn leven dan stil zou staan. Dat is niet het geval. Alles is hetzelfde en toch totaal anders. Ik ga vrij snel weer aan het werk. Vooral fysiek, fietsen. Weer in mijn lijf komen. Doorgaan, als altijd. Nu komt er meer rust, meer behoefte ook aan die rust. Waar ik de afgelopen paar jaar de camera steeds vaker thuis liet, zie ik weer steeds vaker een foto op straat. Er komt ruimte. Het voelt fijn en raar. Want vergeet ik mijn zoon niet?
Thuis verandert ook van alles. ’s Nachts kan ik gewoon doorslapen, overdag zijn er niet steeds andere mensen in huis. We worden steeds meer een ‘normaal’ gezin. Kunnen gewoon weg als wij dat willen. Het leven draait steeds minder om hem. Ook in het huis zelf. Zijn slaapkamer is ingenomen door zijn broertje en is nu echt een kamer van een achtjarige. Beetje bij beetje verdwijnen de hulpmiddelen. De voedingspomp als eerste, gevolgd door de invalideparkeerplek, de tillift en rolstoel. Het bed in de kamer.
Vaak gaat dat tactisch, de andere keer totaal niet. “Ik kan niets zeggen over hoe moeilijk het is, maar het is nu wel ruim een half jaar geleden”. Met ieder ding dat ons huis verlaat, verlaat naar mijn gevoel een stukje van hem. Hij wordt steeds minder zichtbaar, al staan er uiteraard foto’s in huis. En ik leg nog steeds alles vast. Hoe het huis leger wordt. De hulpmiddelen fotografeer ik in mijn studio. Nog één keer alle aandacht daarvoor. In een misschien wel tevergeefse poging het gevoel vast proberen te houden. Hoe het is om te hannesen met de tillift, het rijden met de rolstoel. Nog één keer alle aandacht voor hem vooral.
Ik fotografeer de hulpmiddelen in mijn studio zo strak mogelijk. (work in progress)
Want dat is wat ik enorm mis. De aandacht die ik aan hem kon, mocht en wilde geven. Hoe pittig soms ook, ik wil niets lievers dan dat. Ik wil dat vasthouden. Zoals ik hem altijd wil vasthouden. Als ik mijn laptop open, zie ik in de download map nog altijd de foto’s die ik van mijn telefoon heb gehaald om bij de slideshow tijdens de herdenking te gebruiken. Dan zie ik weer die mooie lach, de liefde. Al staan die foto’s ook op andere plekken veilig opgeslagen, ik kan ze niet van mijn computer verwijderen. Zoals ik ook de proefprintjes van zijn kaartje niet kan weggooien. Alsof ik hem dan weg doe.
Het leven gaat door en dat is goed. Het verlies zal een plekje krijgen zegt men altijd. En ik ook. Dat plekje is er nog lang niet en ik vraag me steeds vaker af of die ooit komt. Of ik dat wel wil. Misschien dat de foto’s mij gaan helpen.
Ontroerende overweging Bas. Dankjewel.
Prachtig verwoord, je liefde een plekje geven.