Een jaar is voorbij. Alle seizoenen zijn geweest, alle feestdagen achter de rug. Onze verjaardagen, zíjn verjaardag, gevierd. Zonder hem. Ik sta nog steeds en alles gaat gewoon door. Of er niets is gebeurd. Het leven komt en gaat, net als sneeuw dat valt en weer smelt. Het enige dat overblijft is de herinnering.
Dat voelt raar. Want wat is die herinnering en klopt het wel? Ik wil niet dat het vervaagt en tegelijk weet ik dat ik het niet vast kan houden. Je kunt ook niet leven als je alleen maar angstig vast blijft houden aan wat er was. Je moet door en dat doe ik ook. Met de bagage die ik heb trek ik verder. Misschien sla ik wel een heel ander pad is, zoals de medisch ethicus met wie wij fijne gesprekken hebben gevoerd aangaf. Ik weet het niet, ik ga het meemaken. Een jaar is nog maar kort. En toch voelt het lang.
Zo lang dat ik me vaak afvraag of ik wel rouw of überhaupt wel heb gerouwd. Ons huis is zo anders geworden nu bijna alle spullen het huis uit zijn en zijn kamer ingenomen door zijn broertje. Het voelt zo normaal en toch niet. Hoe voel ik me eigenlijk? Ben ik anders geworden? Ik weet het allemaal niet en dat maakt onrustig. Is dit het nu?
Ik lees vaak in interviews met mensen die iemand hebben verloren, dat ze iedere dag aan die persoon denken. Ik weet oprecht niet of ik dat wel doe. En is dat dan fout? Moet ik me niet anders voelen? Niet méér huilen, verdrietig zijn? Wat is dat missen dan? Doe ik dat wel? Of wel genoeg?
Maar dan loop ik de ijssalon binnen en zie een vader met een tiener in een rolstoel. En dan kan ik niet anders dan denken aan hoe ik met mijn zoon zo vaak even een ijsje ging halen. Ik fiets onder een snelweg door en hoor boven mij een ambulance met zwaailicht en sirene voorbij razen. Hoe vaak heb ik niet met hem zo’n ritje gemaakt gaat er door mijn hoofd. Ik bezorg geneesmiddelen en weet dat hij dezelfde had en wat ze doen. Bij een foto hoor ik zijn gegiechel, een piepje herinnert mij aan de voedingspomp die weer leeg is. En als mijn hoofd weer eens bomvol zit, wil ik naast hem gaan liggen. Maar dat kan dan niet.
Veertien jaar heb ik gezorgd voor de liefste jongen. Het is voorbij, voorgoed. Al een jaar, pas een jaar. Al die vragen over wel of niet rouwen, wel of niet missen die ik heb. Ik wil het allemaal niet. Ik wil niet dat het een herinnering is. Geen gesmolten sneeuw, maar verse die nooit verdwijnt.
Och lieve Bas, wat mooi, wat lief
zucht…
Voor altijd en nooit meer.
Prachtige en ontroerende overweging Bas. Bewaar deze tekst bij de andere kostbare herinneringen aan Mees. En realiseer je, bij het over lezen op latere tijdstippen, hoe dankbaar jij en Carina mogen zijn voor de 14 jaar intensieve zorg die jullie aan Mees hebben kunnen geven.
Pa.
Wat een mooi en ontroerend bericht weer, Bas. ??
Zo treffend geschreven, dankjewel dat je mee laat lezen… daardoor kunnen ‘wij’ het volgen, ervan leren.. want hoe voelt dat nou, als je nooit zoiets ongelooflijk verdrietigs hebt meegemaakt? En hoe dankbaarheid om alles wat was en verdriet om alles dat niet meer is naast elkaar bestaan… ik denk aan jullie
Lieve Bas,
In gedachten de afgelopen dagen bij jou en jullie, speciaal vandaag. Bijzonder om te mogen lezen hoe jij het afgelopen jaar het verlies van je oudste zoon en het wel/niet rouwen zoal hebt ervaren.
Een kaarsje branden we voor Mees en z’n gezin.
Liefs Margriet
Prachtig Bas.
Een jaar.
Ik heb aan jullie gedacht vandaag.
Vorig jaar was heel verdrietig, maar ook zo liefdevol.
Lieve Bas,
Alle rouw is goed, dus ook de jouwe. Het leven gaat door, het missen blijft op momenten. Ja, en gek dat je hem niet fysiek vast kunt houden, die herinnering vervuchtigt, maar gelukkig heb je alle mooie foto’s nog! Daar komt vaak het gevoel van dat moment ook weer bij terug….
Liefs Anita
Bas, er zijn geen regels voor hoe je moet rouwen. Elke manier is goed, dus ook de jouwe. Rouw laat zich niet langs een meetlat leggen. Niet in het hoe en ook niet in het wanneer. Het zo mooi verwoorden van het voorbije jaar is ook een vorm van rouw! Liefs, Marloes
rouw is raar. ik kan het niet anders zeggen …
Dank Bas. Het is niet meer en niet minder. Mees zit oneindig en voor goed in je/ jullie hart. Dat is het.