Ieder jaar is het weer hetzelfde, een winnende foto van de World Press Photo ligt onder vuur vanwege vermeende manipulatie. Dit jaar is het niet anders en eigenlijk wilde ik het langs me heen laten gaan. Maar een blog van dr. Neal Krawetz, een specialist in digitaal forensisch onderzoek, waarin hij Paul Hansen beticht van ongeoorloofde manipulatie en montage schoot mij in het verkeerde keelgat. Temeer omdat zijn argumenten niet kloppen.
De discussie rond de winnende World Press Photo gaat over het licht in de foto. Dat zou niet kunnen kloppen. Krawetz analyseert het beeld en komt tot de volgende punten: het formaat is niet het originele formaat en dat wijst op een uitsnede, het licht in de gezichten komt niet overeen met de richting van het licht, bij zogenaamde error level analyse (ELA) zijn de mensen in het midden veel lichter wat wijst montage of heftige bewerking, in de metadata is te zien dat er meerdere versies van een RAW bestand zijn opgeslagen op verschillende data wat een montage aangeeft en de foto is vlak voor het insturen voor de World Press Photo Award nog bewerkt en zelfs een dag na de bekendmaking nog een keer opgeslagen. De conclusie van Krawetz is onverbiddelijk: hier is sprake van een fotomontage. De fotograaf heeft volgens de deskundige meerdere foto’s achter elkaar gemaakt en die gecombineerd.
Afgezien van het ELA kan ik zonder problemen alle argumenten weerleggen. Zelfs bij ELA heb ik mijn twijfels, maar daar heb ik te weinig verstand van om het echt hard te maken. Om de punten even door te nemen. Het kan kloppen dat de foto niet een origineel formaat uit de camera is (een Canon EOS 5D Mark III maakt standaard een foto van 5760×3840 pixels). Voor het onderzoek gebruikte Krawetz de grootste foto die hij kon gebruiken: 1600×1067 pixels. Kleiner dan het formaat uit de camera, maar wel in de goede 3:2 verhouding. Maar dat is niet de foto die Hansen heeft ingestuurd, maar een door iemand anders verkleinde versie. Na afloop van de persconferentie gaf World Press Photo een persfoto mee die veel groter is (5000×3333 pixels). Het verklaart meteen waarom in de metadata staat dat de foto voor het laatst is opgeslagen een dag ná de persconferentie. Dat heeft dus niets met Hansen te maken. De persfoto is voor het laatst een dag vóór de bekendmaking opgeslagen. Waarschijnlijk door iemand van World Press Photo. Misschien heeft Hansen de foto iets uitgesneden, maar hij kan het ook gewoon verkleind hebben. Bovendien: aan het maken van een uitsnede is niets mis.
Het bestand geeft in de metadata meerdere data aan waarop een RAW-bestand is opgeslagen. Montage zegt Krawetz dus. Aangezien er drie keer staat dat Camera RAW is gebruikt stelt Krawetz dat er dus drie bestanden zijn gecombineerd. Dat slaat echter nergens op. Het enige dat je ziet aan die data is dat het RAW bestand meerdere malen is geopend en is omgezet, of de bewerking is opgeslagen. Bij een montage worden de metadata van de verschillende foto’s namelijk niet gecombineerd. Alleen de metadata van het eerste bestand, waarop de andere foto’s worden gemonteerd, is opgeslagen. Selecteer je een foto en kopieer je die in een nieuw leeg bestand, dan is alle metadata weg. Dat Hansen vlak voor de deadline van World Press Photo nog aan de bestanden heeft gewerkt, is ook logisch. Je maakt je inzending zo goed mogelijk. Dat betekent ook dat je wellicht een andere, betere, bewerking maakt dan de oorspronkelijke die je in alle haast naar de krant hebt gestuurd. Niets mis mee. World Press Photo eist immers niet dat je origineel geplaatste foto instuurt.
Dan komen we op een wat lastiger terrein: de lichtval in de foto en de resultaten van ELA. Ik heb altijd al mijn twijfels gehad bij ELA. Het is een middel om te zien of er iets aan een foto gebeurd is, maar niet wat. Dat de gezichten in het midden lichter zijn hoeft niet vreemd te zijn. De fotograaf kan het best wat hebben aangepast, het ouderwetse tegenhouden en doordrukken. Dat is toegestaan, ook binnen de fotojournalistiek. De te mathematische benadering van een foto leidt al snel tot een oordeel dat niet hoeft te kloppen. Oftewel ELA moet je met de nodige scepsis bekijken. Meten is weten, maar je moet wel weten wat je meet.
Tot slot het argument dat niet alleen Krawetz aanvoert, maar ook anderen: het licht kan niet op de gezichten vallen. Een gevaarlijke uitspraak als je de situatie ter plekke niet kent. Maar met gezond verstand en enige fotografische kennis kun je zien dat het licht wel degelijk kan kloppen. Duidelijk te zien is dat het licht van rechts komt. Krawetz bepaalt aan de hand van de tijd in de camera de hoogte van de zon, maar gaat voorbij aan het feit dat Hansen de camera in een andere tijdzone kan hebben staan (wat waarschijnlijk ook zo is). Met licht van rechts is het inderdaad vreemd als de rechterhelft van de gezichten (links op de foto dus) helder zijn. De steeg is nauw, dat kun je zien aan de foto, dus de gebouwen staan dicht op de mensen. Het licht kaatst tegen de gebouwen en reflecteert. Dat verklaart niet het sterke licht, want zo licht zijn de gebouwen niet. Hansen heeft echter al gezegd dat de bovenverdieping van de huizen witte luiken hebben. En die reflecteren heel wat licht. Dat is een hele plausibele aanname. Ook ik heb zelf wel foto’s gemaakt met zulk reflecterend licht, zodat ik bijvoorbeeld bij tegenlicht toch licht van voren heb door een gebouw achter mij. Of vrij recent nog een foto met licht van rechts, dat aan de linkerkant reflecteert. Gebouwen kunnen goede reflectieschermen zijn.
Al met al heeft Krawetz mij helemaal niet kunnen overtuigen. Ook het argument dat de kinderen op andere foto’s minder vies lijken, is makkelijk te verklaren. Het contrast iets hoger en donker lijkt al snel donkerder. Daarmee kom ik op een hele andere kwestie. Hansen heeft de foto bewerkt, daar is hij ook open in. Hij heeft de foto aangepast zodat het overeenkomt met wat het oog waarneemt, voor zover je in je herinnering kunt terughalen hoe iets er precies uit heeft gezien. Het is de gewone gang van zaken. Contrast, kleur en dekking aanpassen en eventueel lokaal wat doordrukken of tegenhouden. Hansen heeft ook gezegd dat hij om de foto te corrigeren drie versies van hetzelfde RAW bestand heeft samengevoegd. Daardoor kun je hoger dynamisch bereik krijgen, meer details in de schaduwen en in de lichte delen van de foto. Als je heel strikt in de leer bent is het een montage, maar dan wel van drie keer dezelfde foto. Maar je moet dit zien als een, in mijn ogen wat omslachtige, manier om je foto te corrigeren zoals je dat ook kunt doen met de curves of niveaus in Photoshop. Het is dus geen montage die Krawetz dacht te zien.
Oftewel, er is niets mis met de foto van Paul Hansen als je het beoordeelt op wat mag in de fotojournalistiek. Of je de correcties geslaagd vindt, is een andere vraag en vooral heel persoonlijk. Maar Hansen valt niets te verwijten. Krawetz daarentegen wel. Met zijn analyse kan hij een reputatie schaden van een fotograaf die integer heeft gewerkt. Dat is een reële kans, omdat metingen al snel voor waar worden aangenomen. Gelukkig heeft World Press Photo zelf ook de foto laten analyseren en beide experts komen ook tot de conclusie dat Hansen niets heeft gedaan dat in strijd is met het reglement.
Interessante discussie. In het verweer wat Krawetz geeft staat echter een veelzeggende passage: “This combination approach is a poor-man’s version of high-dynamic range (HDR) imaging. It allowed Hansen to brighten otherwise-dark facial features. HDR is a very controversial technique for photo journalism. As Sean Elliot, President of the National Press Photographers Association, declared, “HDR is not appropriate for documentary photojournalism.”
Los van alle andere argumenten van Krawetz levert de opmerking van Sam Elliot al genoeg reden tot een kritische benadering, zeker als het om een een prestigieuze instelling als World Press Foto gaat.
Ik vind hun verweer dan ook zwak, maar het ongepast zijn van deze HDR techniek staat blijkbaar niet in hun regelement.
Het probleem is volgens mij gewoon dat er geen grens te trekken is. Waar houdt correctie op en waar begint manipulatie?
Op zichzelf beschouwd is het een fraaie foto, maar als je hem beoordeeld op die blijkbaar ongeschreven regel in documentaire fotografie over HDR of een daaraan verwante techniek door meerdere foto’s over elkaar te leggen de grens van manipulatie wel heel erg dicht bij komt, dan nog gaat Hansen toch een stap te ver naar mijn mening.
Want los van de licht, contrast en kleur aanpassingen, heeft hij de foto weldegelijk gemanipuleerd door door een deel van de hoofdwond bij het rechter kinderlijkje deels weg te poetsen.
Kijk op het blog van Krawetz nog maar eens naar de vergelijkingsfoto die hij heeft gemaakt van een versie van de foto uit november 2012, en de bekroonde versie uit 2013.
http://www.hackerfactor.com/blog/
Als je over de vierde foto op zijn blog ‘muist’, zie je duidelijk iets wat lijkt op een streep van een bloeduitstorting of blauwe plek verdwijnen.
Hoe klein het detail ook is, ik vind dat hij de waarheidsgetrouwheid daarmee al geweld heeft aangedaan, en gaat hij dus zeker niet vrijuit.
Kleine aanvulling op mijn vorige belichting.
Op het blog van Krawetz staat ook deze passage te lezen:
AP Vice President Santiago Lyon, who chaired the World Press jury this year, was quoted as saying, “there is no absolute rule in terms of enhancement”. While HDR is forbidden by many news organizations, some outlets still permit it and the usage remains controversial. And while we have identified an explicit alteration (the bruise appears modified in the November picture), it was not altered in the contest entry. The other alterations — including selective recoloring and creative blending — may be considered acceptable by World Press Photo.
Dus als ik het goed begrijp is op de ingezonden foto naar World Press de blauwe plek/ bloeduitstoring op het hoofd van het rechter kind wel te zien, maar op de foto die de wereld in gestuurd als ‘de winnende foto’ niet?
Wie zit er dan nu fout?!?