Al een paar keer heb ik de documentaire The Island of All Together gezien van Marieke van der Velden en Philip Brink en steeds word ik weer geraakt. Zo ook vandaag in het Museum Hilversum bij de expositie van de Canon Zilveren Camera. Het is een vrij simpel verhaal in wezen, een vluchteling en een toerist of inwoner van het eiland spreken elkaar op Lesbos, het Griekse eiland waar veel toeristen én vluchtelingen komen. Hun gesprek wordt direct getolkt, zodat ze elkaar kunnen verstaan. Het resultaat is een aangrijpende documentaire.
Dat komt niet alleen door de gesprekken alleen. Die zijn natuurlijk wel het belangrijkst. Gewoon simpele vragen leiden tot een mooie dialoog. Ze leggen de verschillen en overeenkomsten bloot tussen de twee personen. Altijd is er een wederzijds gesprek. Het is prachtig om te zien hoe de personen op elkaar reageren en hoe ze allebei steeds meer op hun gemak voelen bij elkaar. Zo simpel kan het zijn.
Tussen de gesprekken door zie je beelden van het eiland Lesbos. Ogenschijnlijk gewoon wat sfeerbeelden. Maar ze laten genadeloos het verschil zien tussen de toeristen die op het eiland verblijven en de vluchtelingen. Het is knap gefilmd en gemonteerd, want het wordt nooit opdringend of vingerwijzend, het blijft allemaal heel subtiel. Ondertussen geven de twee makers wel een context.
Het kost geen enkele moeite om de hele film van ruim twintig minuten af te kijken. Zelfs niet meerdere malen. Omdat je steeds weer nieuwe dingen ziet, je steeds weer opnieuw gegrepen wordt. Hoe goed de andere twee nominaties bij de Prijs voor Vernieuwende Fotojournalistiek ook zijn, het is geheel terecht dat The Island of All Together heeft gewonnen. Het is de kracht van de eenvoud. En van een goede samenwerking tussen verschillende disciplines. Alles klopt namelijk, het verhaal, het beeld, het geluid. Het is een productie om vaak naar te kijken en van te leren. Zowel over het vak als over hoe we ons als mens gedragen.