Krggg, tzzzzjk. Het is een prachtig geluid. Het geluid van grind en zand dat onder de banden van de fiets knispert. Ik rijd weer in het bos. Eindelijk, na zes en halve week. Mijn eerste rondje na mijn onfortuinlijke val. Wat heb ik het gemist. Het geluid, de omgeving, het bewegen van mijn benen en het sturen over de paadjes.
De opmerking van de KNO-arts dat ik me vooral weer moet uitleven op de fiets, zonder te vallen uiteraard, laat ik niet aan mij voorbijgaan. Tegen mijn vriendin zei, nou ja schreef, ik op de IC al dat ik echt weer ga fietsen. En nu is het moment aangebroken. De kneuzing in mijn keel is weg, het ziet er allemaal goed uit. De stembanden moeten nog wel helemaal sluiten, een kwestie van trainen en tijd. Van de logopedist mag ik weer alles eten en drinken. Mijn slikfunctie werkt weer goed genoeg. Alles met beleid natuurlijk, ik moet nu niet direct gaan schransen.
Zo gaat alles in een keer toch sneller dan gedacht. Een week geleden had ik niet durven hopen wat ik nu allemaal weer kan en mag. Komt het omdat ik sterker ben dan ik denk of door de discipline die ik heb weten op te brengen? Met mijn blik duidelijk gericht op weer kunnen fietsen en werken. Dat laatste heb ik ook alweer gedaan. Een overzichtelijke opdracht, erg fijn om weer te doen. Geregeld kan ik niet geloven dat het alweer ruim zes weken geleden is en tegelijk nog maar zes weken. Het ergste is achter de rug, de banden zijn weer vol wind.
Met een lach op mijn gezicht trap ik verder. Rustig weer opbouwen. Al kan ik het niet laten om toch meer van de mountainbike route te rijden dan ik eigenlijk van plan ben. Het is simpelweg te leuk, ook op de gravelbike. En het gaat goed. Geen angst. Vol concentratie en vertrouwen mezelf blijven uitdagen. Ik kan niet anders, wil het niet eens. Er is veel te veel te beleven!