Als er een ding opviel tijdens ‘A night with the jury’, een bijeenkomst met juryleden van de World Press Photo Multimedia Contest, was het wel dat fotografie nog maar een marginale rol lijkt te gaan spelen. Tijdens de presentaties was volop beeld te zien, maar voornamelijk bewegend. Gabriel Dance, interactive editor bij Guardian US, stelt zelfs dat tekst verreweg de beste manier is om een verhaal te vertellen. Bam! Daar zit je dan in de zaal als fotograaf.
Het klinkt deprimerend, maar uit de lezingen komt vooral naar voren dat eigenlijk niemand precies weet wat de toekomst gaat brengen. Het stilstaande beeld mag dan een kleinere rol spelen in een multimediale productie, het blijft een goed medium om verhalen te vertellen. Bovendien worden er steeds meer multimediale producties gemaakt en daar kunnen fotojournalisten wel degelijk een graantje van meepikken. Fotografen moeten vooral opportunistisch zijn, zegt Ed Kashi, er zijn kansen. Een groot verschil is vooral dat de fotograaf niet meer centraal staat, maar een onderdeel is van een groter geheel. Dat is niet erg op zich, want als het goed is gaat het om het verhaal en niet om de maker. Voor egotripperij is geen ruimte, het gaat om samenwerken.
Dan moet je accepteren dat jouw rol wat kleiner is, of misschien wel helemaal vervangen wordt. Door datavisualisatie bijvoorbeeld, zoals Dance mooi laat zien bij het presenteren van een project over NSA. Zeker over zo’n abstract onderwerp schiet fotografie tekort. Grafieken en tabellen, al dan niet interactief, kunnen een goede duiding geven aan het verhaal. Er moeten nog wel wat muren geslecht worden volgens Dance. Net als fotografie tot voor kort, wordt datavisualisatie nog niet als journalistiek gezien terwijl het in zijn ogen wel degelijk is.
Dance maakt tevens duidelijk dat het publiek nog opgevoed moet worden om met interactieve verhalen om te gaan. In het NSA-verhaal zitten allerlei trucjes om de lezer te verleiden ergens op te gaan klikken, in de hoop dat ze gaan begrijpen dat er meer mogelijk is. Het lastige is om te monitoren hoe de lezer klikt en door de webpagina gaat. Je hebt die informatie wel nodig om een goede interactieve site te kunnen maken. Zelfs bij grote multimediale projecten die Arte.tv maakt, waarbij het veel duidelijker is dat het om een interactief verhaal gaat, moet je weten hoe de lezer de site gebruikt om de boodschap duidelijk over te brengen. Het is niet altijd logisch om op een foto te klikken, of in een video. Een app kan dat veel beter monitoren. Alleen zit daar een ander nadeel aan, zegt Jassim Ahmad, global head multimedia innovation bij Reuters. “Een app is in handen van bedrijven als Apple en Google, bij een site heb je meer controle.” Bovendien is een responsieve site volgens hem veel toegankelijker, omdat dat onafhankelijk van het apparaat is waar je op kijkt.
De app van Reuters wordt echter vooral gebruikt om data te verzamelen en te analyseren hoe men met beeld omgaat. Ahmad is de enige die duidelijk uitgaat van fotografie. Reuters wil met de app meer context geven aan de fotografie. Het is voor Reuters ook even wennen, want normaal levert het persbureau aan media, nu heeft het een direct contact met het publiek. We moeten anders na gaan denken hoe we werken, zegt ook Kashi. De gerenommeerde fotograaf bekent dat meer dan de helft van zijn werk uit video bestaat en dat zeventig procent van zijn werk via een scherm wordt vertoond. Het is een bevestiging van wat Ahmad eerder op de avond zegt: de voorpagina is niet meer heilig.
Is de app van Reuters een mogelijke redding voor fotografen tussen al het geweld van producties zoals die bij Arte en Guardian gemaakt worden? Daar lijkt het niet op. Hoewel het een charmant initiatief is, oogt de app van Reuters eigenlijk gedateerd. We zijn ondertussen al verder dan films waar een fotograaf wat vertelt over zijn foto’s. Waar het wel naar toe gaat blijft gissen. Ook de juryleden hebben geen antwoord, anders dan dat je moet proberen het huidige medialandschap dat nog steeds verandert goed te begrijpen. Dat is niet nieuws onder de zon, zoals het filmpje laat zien dat Grant Scott van United Nations of Photography laat zien. Ook in de jaren zeventig van de vorige eeuw was men in verwarring over het medialandschap toen. Destijds ging het over televisie, nu over multimedia. Zelfs de naam is nog niet definitief. Want is het multimedia, crossmedia, transmedia, of wat anders? En hoe gaat de fotograaf dan heten? Kashi noemt zich in ieder geval nu al hybrid visual storyteller. Een term die mooi klinkt, maar wellicht nog teveel beperkingen in zich heeft.
JaJa Bas,
De wereld van de fotografie is hard.
Daar kwam ik al achter toen de fotocamera’s gingen filmen,ik dus mee,ook zo’n camera gekocht, reportage met een dslr gemaakt maar geen hond (5jaar geleden) zag er wat in, verklaarde me voor gek,nog een reportage onder fotografen gemaakt in Nieuwegein,als of ze water zagen branden, “aan me nooit niet” zeiden ze.
Een voorstel 3jaar geleden gedaan aan het bestuur van de NVF, maak een aparte tak van videograferende fotografen.
zagen er niets in,ik ben 3 jaar genomineerd voor de StanStorimans prijs (reportage voor de NOS)ook daar zeer argwanend,wat doet een fotograaf hier?
Ed van de Elsken had het eigen lijk al voorzien, kwam hem op een van zijn laatste dagen tegen bij Guus de Jong.Guus waarschuwde me nog,niet over zijn ziekte beginnen,dus ik begon over film,dat is me altijd bij gebleven.
Wil je een verhaal vertellen film je.
Dus Bas ,welkom in de wereld die je wil vernoemen wat je wil,stilstaan of beweeg,mijn moto als het maar functioneel en mooi is.