Na de wat negatieve berichten even een meer positieve post. Zoals genoegelijk bekend mag zijn, heeft Anton Corbijn onlangs de Prins Bernhard Cultuurfonds Prijs in ontvangst genomen. Een mooie bekroning voor zijn oeuvre. Uiteraard hoort bij zo’n prijsuitreiking ook een dankwoord en Corbijn heeft een paar mooie en inspirerende woorden gezegd vind ik.
Zo zegt hij over zijn eigen gevoel: “Ik heb het gevoel dat ik in mijn leven als fotograaf, ontwerper, regisseur voorzichtige stapjes in het donker in de modder heb gezet naar iets toe waar ik meende licht te zien.” Die stappen hebben geleid tot een succesvolle carriere, maar zelf heeft hij nog vaak het idee nog in de modder te worstelen. Hij is ook maar een weg aan het zoeken zegt hij. Het zijn mooie zinnen, van iemand die zulke mooie foto’s heeft gemaakt.
Hij is terecht blij met de prijs. Corbijn richt een fonds op, die de naam Haagse Bluf heet en waarmee hij het culturele leven in Den Haag een stimulans kan geven. Dat is nodig vindt hij, Corbijn gelooft niet in individuele subsidies aan kunstenaars, maar wel aan gezelschappen en dergelijke. Tegelijk, zegt hij, is het ook “een opgestoken middelvinger naar de struisvogelpolitiek van het culturele beleid van het huidige kabinet dat ook in Den Haag zetelt.” Enfin, kijk zelf maar.