Onlangs maakte World Press Photo de nominaties bekend van de zesde multimedia contest. Deze wedstrijd geeft ieder jaar een goed beeld van de ontwikkelingen in visuele journalistiek. Die gaan snel. Wat dit jaar in opkomst is, is volgend jaar alweer achterhaald. Dat zie je ook in de categorieën van de World Press Photo Multimedia Contest, die jaarlijks veranderen. Dit jaar zijn dat er vier: immersive storytelling, innovative storytelling, long form en short form. In iedere categorie zijn drie producties genomineerd. Producties waar fotografie vaak een ondergeschikte rol speelt, of waar zelfs geen foto in te zien is.
Voor sommige criticasters is dat vloeken in de kerk, maar het gaat bij World Press Photo allang niet meer alleen om fotografie. Veel fotojournalisten werken immers (deels) multimediaal. De vorm moet ook niet het doel zijn, maar een middel om een verhaal te vertellen. Fotojournalisten weten als geen ander hoe ze met behulp van een camera een sterk beeld neer kunnen zetten, of het nu bewegend is of niet. Daar kunnen een hoop andere media aan toegevoegd worden. Maar het hoeft niet, want ook alleen met een camera kun je al verhalen maken die ergens toe doen.
Het is goed te zien bij de nominaties van dit jaar. Hoewel vaak grote teams aan een productie werken, zijn het toch vooral producties die heel toegankelijk zijn. De vorm is dienend, niet leidend. Bij Innovative Storytelling vind je vanzelfsprekend wat complexere vormen. Zoals virtual reality bij The Displaced. Geen techniek die je zomaar even doet, hier werk je samen met experts. Maar liefst zeventien mensen werkten aan de productie. Het mooie van The Displaced is dat virtual reality echt wat toevoegt. Zelfs al heb je geen echte VR-bril, dan nog beleef je het verhaal veel intiemer. Je staat letterlijk tussen de personen in, dat is een mooie ervaring. Er zijn nog wel wat beperkingen, maar het is zeker een techniek die mits goed uitgevoerd een meerwaarde kan hebben.
Wat dat betreft lijken de andere genomineerden in die categorie vrij eenvoudig. Hoe met infographics en bewegend beeld wordt gewerkt in Greenland is Melting Away is goed uitgevoerd en passend bij het onderwerp. De stripvorm bij Graphic Memories werkt eveneens goed, het is een goede manier om te verbeelden wat je niet kunt fotograferen of filmen. Het is bovendien een vorm wat in een vrij compact team gemaakt kan worden. Je wordt bij de genomineerden bij Innovative Storytelling niet overdonderd door de techniek. Dat is knap, want het is verleidelijk om vooral te showen wat je allemaal niet kunt maken. Hoe eenvoudig het kan zijn laat Life After Death, genomineerd in de categorie Immersive Storytelling, zien. Sterke foto’s waar je doorheen bladert met tekst en geluid. That’s it en het werkt goed.
Waar we voorgaande jaren nog wel eens bedolven werden door visueel en technisch geweld, tonen de genomineerden dit jaar juist vrij ingetogen beelden. Fatima’s Drawings is prachtig gefilmd, met goede animaties. Raising Zay is een traditionele korte reportage, The Surrender een klassieke lange reportage. Wat alle producties gemeen hebben is dat ze je aandacht vast blijven houden, je wil blijven kijken. Vaak kleinere verhalen die vertellen over een groter probleem. Verhalen die je in het hart raken, die zorgen dat je betrokken raakt, die je prikkelen.
Geregeld zat ik met een brok in mijn keel of vol verbazing te kijken dat dit in de wereld gebeurt. Dan boeit het me niet of het nu met een foto, video of wat voor andere methode is vastgelegd. Het is voor mij als fotojournalist juist inspirerend om te zien wat je met beeld kunt bereiken en hoe je verschillende vertelvormen kunt combineren. Door het bekijken van de nominaties krijg ik zin om met andere creatievelingen een boeiend verhaal te maken en ik besef in wat voor mooie tijd wij leven waarin we zoveel mogelijkheden hebben om het uit te voeren.