In het nieuws

02-01-2013
2 min. leestijd
1

“Hallo, mogen we je wat vragen als ooggetuige?” Het is best vreemd om die vraag, in verschillende varianten en voor verschillende media weliswaar, een paar keer achter elkaar te horen. Zeker omdat ik als fotojournalist meestal degene ben die verslag doet en ooggetuigen vragen stelt over wat er gebeurd is. Vandaag stond ik aan de andere kant. Deels dan, want uiteraard heb ik ook mijn werk als fotojournalist gewoon gedaan.

Er stond een trein in brand. Om precies te zijn de intercity die van Utrecht CS op weg was naar Schiphol. Ik was op weg naar Transcontinenta in Nieuw Vennep, via Schiphol dus. Precies in de trein waar de brand was. Een gekke gewaarwording. Vooral omdat ik eerst niet in de gaten had wat er aan de hand was. We stonden even stil in een weiland, dat gebeurt vaker met een trein. Toen mensen naar voren begonnen te lopen en ik een plastic brandlucht begon te ruiken, vermoedde ik al dat dit geen normaal oponthoud was. Ik keek naar buiten en zag rook. Rook vanuit een trein, dat is vreemd. Zeker als het geen stoom- of dieseltrein is. Er nog wel vanuit gaande dat het niet ernstig zou zijn, maakte ik een foto voor Twitter. Toen kwam al snel het bericht dat de trein waar ik in zat in brand stond. Gek eigenlijk om te horen dat je trein in brand staat. Maar goed, een goede fotojournalist weet waar het nieuws is toch?

In alle rust ging iedereen naar voren en stapte de trein uit. Eenmaal uit de trein gelijk foto’s maken. Nu heb ik altijd een camera bij me, ik weet ook weer gelijk waarom. Je weet immers maar nooit. Niet dat ik nu een goede set bij me had. Met een Nikon D600 met 50mm haal je niet heel veel uit. Maar de beste camera is de camera die je bij je hebt. Dus aan de slag. Voordeel van de D600 is dat die lekker veel pixels heeft, dus genoeg speelruimte om te croppen. Niet mijn manier van fotograferen, maar beter iets dan niets. Zo snel mogelijk heb ik de foto’s naar het persbureau gestuurd. Je bent fotojournalist of niet tenslotte.

Al tijdens het fotograferen kwamen de eerste telefoontjes, naar aanleiding van mijn tweet. Het is boeiend om te zien hoe snel zo’n fotootje rondgestuurd wordt en hoe snel de media er op reageert. De eerste journalist had mijn telefoonnummer op mijn site ontdekt. Daarna volgden vragen via Twitter of ik gebeld kon worden. Tot live in NOS Radio 1 journaal aan toe (en daardoor ook weer in het televisiejournaal). Vragen of er paniek was, wat de mogelijke oorzaak kon zijn, wat ik gezien heb, of ik geschrokken ben en meer van dat soort vragen. Vragen die ik normaliter ook stel aan ooggetuigen. Zo was ik ineens zelf onderdeel van het nieuws, in plaats dat ik verslaggever was. Het is een bijzondere ervaring, al weet ik nog niet precies wat het nu zo bijzonder maakt. Ik heb mijn ‘minutes of fame’ gehad in ieder geval, maar als het mij ligt moet het niet te vaak gebeuren. Laat mij maar de (foto)journalist zijn, dat past me beter.

1 Comment

  1. Zag je naam-wis het.. Gelukkig dat je okay bent.
    groeten Gouwerijn

    Trouwens De Beste Wensen voor 2013 :-)

Geef een reactie

Your email address will not be published.

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Categorieën

Nieuwste van Blog

Ga naarOmhoog

Mis dit niet

Waarom fotografen als Eddy van Wessel zo ontzettend belangrijk zijn

Over Eddy van Wessel, een van Nederlands beste fotojournalisten ooit,

World Press Photo 2022 geeft aandacht aan kolonisatie

Red dresses hung on crosses along a roadside commemorate children