De eerste keer was de uitreiking van de Dutch Doc Award nog een losstaand evenement, dit jaar zou het een onderdeel zijn van een meerdaags festival over de documentaire fotografie. Zodoende vonden dit weekend de eerste Dutch Doc Days plaats in Utrecht, met exposities, films, discussies en lezingen. Genoeg te doen dus en je zou verwachten dat er veel publiek op af zou komen, temeer alles gratis toegankelijk was.
Maar of het nu lag aan het weer, het pinksterweekend of aan een gebrek aan publiciteit, echt druk was het niet. Op sommige momenten was het zelfs erg rustig. In ieder geval bij het hoofdpodium waar ik me voornamelijk bevond. Aan het programma kan het bijna niet liggen, want in de vier maanden waarin de Dutch Doc Days zijn georganiseerd heeft men een gevarieerd en vol weekend weten samen te stellen met sprekers van naam. Het was zelfs lastig om keuzes te maken, mede door de overlap van programma-onderdelen die weliswaar op loopafstand van elkaar bevonden, maar waardoor je je toch moest haasten als je van de ene naar de andere plek wilde gaan.
Uiteindelijk zwierf ik vooral rond bij het Centraal Museum, waar het centrale deel van het festival was. Een mooie lokatie; eens een keer geen donkere zaal, maar een tent in de open lucht. Gemarkeerd door mooie gebouwen, waaronder de Nicolaïkerk die op gezette tijden de lezingen overstemde met het klokkenluiden. Zodanig dat Teun Voeten even begon te mopperen over de katholieken, waarschijnlijk niet wetend dat de Nicolaïkerk al sinds de tweede helft van de 16e eeuw protestants is.
Dergelijke kleine ongemakken stonden een goed weekend zeker niet in de weg. Het thema voor de eerste Dutch Doc Day was To be continued en gaat over het opnieuw bezoeken van eerder gefotografeerde plekken, het gebruik van oude en/of andermans foto’s of het maken van een vervolg op een eerdere serie. Eerlijk gezegd is dat niet een thema wat me direct aansprak, maar de goede lezingen overtuigden zeker.
Mark Klett vertelde bijvoorbeeld over zijn project Third View en liet goed zien dat hij veel meer deed dan gewoon oude foto’s opnieuw fotograferen. Hij legt verbanden tussen toen en nu, maar ook tussen verschillende fotografen. Interessant was te zien dat zonder dat ze het wisten enkele beroemde fotografen op vrijwel exact dezelfde plaats een hele andere foto hebben gemaakt. Door de oude plekken opnieuw op te zoeken leren we meer over de foto’s, maar ook over de veranderingen in zowel de fotografie als het landschap.
Indrukwekkend was de lezing van Marcelo Brodsky. Hij ging dieper in op zijn project Buena Memoria, waarin hij op basis van een oude klassenfoto de levens van zijn voormalige klasgenoten reconstrueerde. Een aantal van hen zijn tijdens het dictatoriaal regime verdwenen, waaronder zijn eigen broer. Brodsky liet meer van dit soort projecten zien en het was verbazingwekkend hoe ogenschijnlijk luchtig hij met deze zware kost omgaat.
Noemenswaardig, zonder de niet genoemde sprekers te kort te willen doen, is Joachim Schmid. De Duitse kunstenaar maakt vooral gebruik van foto’s die hij op internet vindt. Normaliter heb ik niet zo veel met deze vorm van fotografie, maar hij liet duidelijk zien dat er veel meer achter zit dan gewoon het internet afstruinen naar foto’s en het dan documentaire fotografie te noemen. Uiteraard is er ook een link naar het project Toppled, waarmee Florian Göttke genomineerd was voor de Dutch Doc Award en die weer voor de nodige discussie over het begrip documentaire fotografie zorgde.
Die discussie werd overigens niet echt aangegaan tijdens het festival. Wel probeerde gastheer Frenk van der Linden het tijdens de uitreiking van de Dutch Doc Award. Helaas wel een beetje over de rug van Göttke. Maar echt een antwoord kwam er niet, zelfs Lars Boering van de Fotografenfederatie wilde zich er niet aan wagen. Alleen Ronald Plasterk, de juryvoorzitter van de Dutch Doc Award, wilde er wel wat over kwijt. Volgens hem wordt de vraag gaandeweg het proces beantwoord, door bepaalde projecten bijvoorbeeld wel of niet op de shortlist te zetten. Hij beaamt dat het een lastige discussie is en ook binnen de jury er veel over gepraat is. Het is vooral een discussie over de grenzen en dat doet Plasterk denken aan de begintijd van de fotografie. Fotografie was eerst vooral chemie, je was aan het prutsen met stofjes. Aan het eind van de negentiende eeuw werd er gediscussieerd of fotografie kunst was. En die discussie is nu terug. Plasterk vond het ook opmerkelijk dat bij een beoogd kunstproject wordt gevraagd wat dat project zegt over de maker, maar bij een meer journalistiek gemaakt documentaire serie die vraag nooit gesteld wordt.
Het is de vraag of er ooit een eenduidig antwoord komt en hoe belangrijk dat is. Het lijkt mij in ieder geval goed dat er zo nu en dan eens over de grenzen wordt gesproken. Maar vooral ook dat er informatie uitgewisseld wordt over de documentaire fotografie in het algemeen. Wat zijn de ontwikkelingen, waar zijn de fotografen mee bezig en wat zijn de beperkingen of juist mogelijke oplossingen? De Dutch Doc Days lijken zich daar prima voor te lenen. Niet alleen voor de beperkte kring bezoekers – die voornamelijk leek te bestaan uit de meer naar kunst georiënteerde fotografen – die deze editie aanwezig was. Want zo lijkt het erg op preken voor de eigen parochie.
Dat is jammer omdat het festival voor een veel bredere groep interessant is en een schakel kan zijn tussen de verschillende stromingen in de documentaire fotografie, de afnemers van het beeld en de toeschouwer. De lezingen hadden ruim voldoende diepgang voor de kenner, maar waren ook goed te volgen voor de minder ingevoerde geïnteresseerden. Bovendien voelde het festival erg laagdrempelig. Enerzijds doordat alles gratis was, aan de andere kant door de toegankelijke locaties. De sfeer was ook erg gemoedelijk en als je er behoefte aan had was er genoeg ruimte om niet alleen naar lezingen te gaan, maar ook om naar beeld te kijken of gewoon even te praten.
De eerste editie van de Dutch Doc Days is in ieder geval wat betreft de programmering en de inhoud geslaagd. Met wat meer publiciteit vooraf zal het festival drukker kunnen worden en wellicht moet de reputatie nog groeien. De grootste bedreiging van de Dutch Doc Days vormt volgens mij echter de bezuinigingen. Het Fonds BKVB, een van de hoofdsponsors, gaat samen met de Mondriaan Stichting en ziet het budget halveren. Ook de andere hoofdsponsor, de gemeente Utrecht, moet de broekriem aanhalen. Voor het bestuur van Dutch Doc Photo ligt de taak de gemeente en het nieuwe fonds te overtuigen van het nut van het festival in Utrecht. Die is er in mijn ogen zeker. Wordt vervolgd!