Het is voor journalisten erg lastig geworden om verslag te doen van de gebeurtenissen in Egypte. Vooral cameramensen en fotojournalisten zijn een belangrijk doelwit van met name de Mubarak aanhangers. Het aantal meldingen van fotojournalisten die in Caïro in de problemen zijn gekomen is ondertussen fors. Toch lukt het een aantal fotografen nog steeds om hun beelden de wereld in te krijgen. Voor de staf van Associated Press een reden om de in Egypte werkende fotografen en beeldredacteuren ze te waarderen met de ‘Beat of the week’ prijs. Wat natuurlijk vooral een morele opsteker is. AP senior managing editor Michael Oreskes spreekt vol lof over hun: “AP photographers and photo editors persevered to do what they do best: brilliant photojournalism under great danger and pressure, coupled with creative problem solving to deliver their coverage to viewers across the globe.”
In de memo is ook te lezen hoe de fotografen te werk gaan en dat ze zo snel mogelijk foto’s bij de beeldredacteuren proberen te krijgen, die de foto’s afwerken en doorsturen naar de server van AP. Voor AP is het belangrijk om snel te zijn, hoe eerder de foto’s online staan, des te meer er verkocht kan worden. Oreskes is dan ook trots dat eerder zijn dan de grote concurrenten: “AP photos arrived a huge four hours before Reuters’ images on Friday, producing a clean sweep of photo play reports in Asia and winning play numbers elsewhere.” Uiteindelijk draait het bij persbureau’s ook om het geld, er moet verdiend worden.
Minstens zo interessant zijn de verhalen die de fotojournalisten vertellen bij Lens, de fotografieweblog van de New York Times. Niet alleen vertellen ze over het geweld tegen hun, maar het geeft ook een goede kijk op hoe het is om te werken als conflictfotograaf. “You assess the situation continuously. You stay on your toes. You remain sharp. You use your experience, and you pick a safe place to be. And you take your pictures,” zegt EPA fotojournalist Jim Hollander. De adrenaline speelt volgens hem ook een rol. Interessant is ook de stelling dat de aanvallen op de fotografen, het voor de fotografen weer lastig maakt om beide kanten van het verhaal te fotograferen en dat dat ze weer verdacht maakt bij de aanvallers.
Behalve het geweld hebben de fotojournalisten ook nog te maken met een slechte internetverbinding. Daardoor wordt het lastig om de foto’s online te zetten. Matthew Cassel vertelt in een interview met Photoshelter dat hij geluk heeft. Er is een provider die niet afgesloten is en stabiel is en dat is de lijn die ook zorgt dat de beurs en de banken kunnen blijven draaien. Toevallig heeft Cassel een vriendin die bij de provider een account heeft. Cassel heeft meer steun bij de lokale bevolking, het helpt hem ook zeker dat hij bijna vloeiend Arabisch spreekt.
Je kunt niet anders dan veel respect hebben voor de (foto)journalisten die hun werk blijven doen, zo goed en kwaad als het gaat. Dat ze onder zulke omstandigheden nog zulk goed werk kunnen leveren is bijzonder.
Ik probeer zoveel mogelijk bij te houden hoe het met de fotojournalisten gaat in het gebied. Updates over geweld tegen fotojournalisten zal ik bij mijn vorige blogpost plaatsen.
Ja als je weet dat een van hun fotografe Khalil Hamra is die de Robert Capa Gold Medal Award from the Overseas Press Club for his powerful photographs, “War In Gaza.” 2010 gewonnen heeft maar wel gewont is geraakt daar een steen op zijn hoofd maar heb hem gesproken en allen is okay met hem. http://nppa.org/news_and_events/news/2010/04/capa.html