Druk was het gisteravond bij het derde Zilveren Camera debat in Nieuwspoort niet, in tegenstelling tot de voorgaande jaren. Of het nu komt dat er dit jaar geen “schandaal” was, of dat fotojournalisten gewoon niet geïnteresseerd zijn in cross media. Dat laatste, zou volgens de sprekers dan onterecht zijn, want het schijnt de toekomst van de fotojournalistiek te zijn. Daar zou het debat over gaan volgens de uitnodiging, maar de fotograaf kwam eigenlijk nauwelijks aan bod. Het ging voornamelijk over verdienen aan de journalistiek en het redden van de journalistiek.
De ingrediënten voor de avond waren goed. Het panel bestond uit Jan Paul Douma (eigenaar van The Cover Story en Upubli), Tom Overdiek (adjunct hoofdredacteur NOS nieuws), Henk Blanken (adjunct hoofdredacteur Dagblad van het Noorden), Louis Zaal (Hollandse Hoogte) en Liane Lockhorn (Lockhorn Communicatie, oud-chef beeldredactie ANP). Stuk voor stuk mensen die toch wel wat weten van media en cross media. In tegenstelling tot gespreksleider Max van Weezel (Vrij Nederland), die quasi onwetend makkelijke stellingen en foute veronderstelling kon poneren.
Nadat Edie Peters (Photoq en Pf) het verschil tussen cross media (voor verschillende media één verhaal maken) en multimedia (met verschillende media één verhaal maken) had uitgelegd, ging het in eerste instantie vooral over verdienmodellen voor de journalistiek.Dat het zo slecht gaat is mede te danken aan de journalist zelf, die heeft te weinig gedaan om het vak te redden, zegt Henk Blanken. Je moet volgens hem uitgaan van de techniek en dan kijken voor welke doelgroep de techniek geschikt is. Op tijd overstappen en investeren in nieuwe technieken is ook de redding, zegt Tim Overdiek. Volgens hem heeft NOS dat net op tijd gedaan.
Maar niet alleen moeten er andere vormen van publicaties gevonden worden, er moeten ook andere verdienmodellen komen, wil je verhalen kunnen blijven vertellen. Jan Paul Douma ziet vooral veel verkeer genereren naar de site als dé oplossing om adverteerders te lokken. Precies ook wat Google doet. Daarvoor gebruik je verschillende media. Een voorbeeld is Lauren Verslaat, waar Douma ook verantwoordelijk voor is. Door het op televisie, internet en in tijdschrift te publiceren bereik je een groot publiek. Er wordt veel over gepraat en geschreven op internet en dat levert verkeer op naar de site. Waar adverteerders dus weer op afkomen. Dat lukt nu nog niet echt heel goed, maar het is wel de toekomst, aldus Douma. Nu moet je nog informatie gratis weggeven.
Dat doet Hollandse Hoogte ook al af en toe, blijkt uit de woorden van Louis Zaal. Hij sluit ook contracten af met uitgevers, wat het moeilijker maakt voor fotografen om zelf bij de uitgevers binnen te komen. Nu geeft hij aan een blad ook gratis foto’s af voor internet, in de hoop dat Hollandse Hoogte meer foto’s via internet gaat verkopen. En het tij zal volgens Zaal ook keren, als het aanbod aan media stijgt op internet, zullen de advertentie-inkomsten ook stijgen. Volgens Blanken wordt er al genoeg verdiend op internet, het probleem is dat het geld nu vooral bij Google terecht komt.
Uit de zaal komen opmerkingen van Joop van Reeken (fotograaf) en Erik Kroes (student) die respectievelijk beweren dat er een overproductie is die beperkt moet worden (een fotoplas) en dat de kwaliteit leidraad moet zijn. Maar, zo reageert Blanken, gaan mensen daar nog wel voor betalen. Twintig jaar geleden was kwaliteit nog een zeldzaamheid, nu niet meer. Er moet vanuit de consument gedacht worden. Daar is Tim Overdiek het mee eens. Je moet als uitgever commercieel denken, naar de doelgroep toe. Niet dat dat de redding van de fotojournalistiek is, zegt hij wel. Liane Lockhorn voegt daaraan toe dat je niet alleen op print moet richten, hoeveel impact een foto op de voorpagina nog altijd heeft.
Al die initiatieven met internet en cross media zetten echter geen zoden aan de dijk, is de mening van Blanken. De oplossing is dat er weer verhalen verteld moeten worden, verhalen die nog niet eerder zijn verteld vooral. Dus geen slideshow maken van olifanten (verwijzend naar een voorbeeld van Mediastorm die Edie Peters aangaf), want dat zie je op televisie ook. Louis Zaal is het daar helemaal mee eens. Dankzij internet is de beeldredacteur als hobbel om te publiceren weg, je kunt nu overal publiceren. Mits je de goede vorm vindt. Fotografen moeten weer journalist worden is de mening van Zaal. Waarom gaan fotografen niet schrijven?
Daar zitten, volgens Tim Overdiek, grenzen aan. Je kunt niet alles en het gevaar is dat de kwaliteit afkolft als je teveel zelf doet. Je wordt als je niet oppast van een goede fotograaf een matige fotograaf en matige videoman, vult Blanken aan. Daarom moeten fotografen ook samenwerken met anderen, is de mening van Dirk-Jan Visser vanuit de zaal. Toch is het slim volgens Lockhorst om als fotograaf te experimenteren met video en geluid, dat ligt dichter bij fotografie dan tekst. Louis Zaal is het er niet helemaal mee eens. Een fotograaf moet doen waar hij goed in is en zich niet afhankelijk van het medium maken waarmee hij werkt. Je moet vooral ook niet doen wat vijf anderen doen, zegt Blanken. Iets dat ook voor schrijvende journalisten geldt.
Het probleem van al die mooie verhalen is, zegt de beeldredactrice van Trouw, dat de krant geen geld heeft om die verhalen te publiceren. Fotografen moeten volgens haar gebruik maken van subsidies en musea om geld te genereren. Of, zoals Louis Zaal aanvult, werken als Rob Hornstra met zijn Sochi project. De mensen bij je project betrekken is zeker zinvol. Mensen volgen mensen, is het lemma van Blanken. Maar daar heb je een platform voor nodig, zegt Douma. En door op zo’n platform veel te delen, kun je weer geld genereren. Dat is ook niet zonder nadelen, zegt Dirk-Jan Visser. Want soms beloof je mensen die je fotografeert dat ze niet op internet verschijnen. En met al dat gedeel heb je dat niet in de hand en moet je de ethische vraag stellen of het wel zo goed werkt met de social media. En daarmee wordt de discussie beëindigd.
Veel wijzer werd ik er niet van. Hoewel het op zich wel goed is om te weten hoe uitgevers geld kunnen gaan verdienen, wat ook weer inkomsten voor de fotograaf op kan leveren, was de discussie over de verdienmodellen niet waar ik op zat te wachten. De kreten dat je weer eigen verhalen moet vertellen is ondertussen ook al bekende koek. Maar wat cross media nu voor een fotograaf kan betekenen, of wat de gevolgen zijn, is nog altijd even onbekend. Net zoals hoe je het zelf zou kunnen toepassen.