Er zijn jaren geweest dat ik bijna een hele week op de Photokina, de Europese beurs voor fotografiespullen, rond liep. Dan nog had ik vaak het gevoel niet alles gezien te hebben. Dit jaar spendeer ik zo’n vijf uur en dat blijkt genoeg.
Een groot verschil met voorgaande jaren is dat ik toen nog veel schreef over apparatuur. Nu ik nergens meer voor kan testen heb ik minder contacten te onderhouden. Ik hoef niet meer bij de stands te praten met een vertegenwoordiger of perscontact. Dat scheelt tijd natuurlijk. Tegelijk is de Photokina een stuk kleiner dan voorheen. Waar eerst bijna alle hallen in gebruiken waren om alles te laten zien, is dat dit jaar nog niet eens de helft. En echt heel veel nieuws is er niet.
Spiegelloos is hip dit jaar bij de Photokina. Nieuw is het niet natuurlijk. Merken als Olympus, Panasonic en Fuijifilm zijn er al jaren mee bezig, later gevolgd door Sony. Nieuw is wel dat Nikon en Canon eindelijk ook serieuze spiegelloze systeemcamera’s gaan maken. Beide merken hebben het nieuws zoals gebruikelijk al voor de beurs bekendgemaakt, dit is voor velen wel de eerste kans om de nieuwe modellen in het echt te zien. Het is dan ook best druk bij die stands. Zelf laat ik de kans om de nieuwste Canon EOS R vast te houden aan mij voorbijgaan, ik heb geen zin om tien minuten in een rij te staan om even een camera vast te houden. Bij Nikon ben ik sneller aan de beurt en de eerste indruk van de Z7 is goed, voor zover je iets kunt beoordelen aan zo’n kortstondige ontmoeting. De toekomst is spiegelloos, de spiegel in de camera biedt geen echt voordeel meer. Zeker niet met de elektronische zoekers die nu zo goed zijn dat ze de optische overstijgen.
Wel echt nieuws is de op de Photokina aangekondigde samenwerking van Leica, Panasonic en Sigma in de ontwikkeling van de fullframe spiegelloze systeemcamera’s. Net als bij het MicroFourThirds systeem van Panasonic en Olympus, komen de drie merken met een universele vatting. Dat vergroot de compatibiliteit. Het is wel opvallend dat juist Panasonic meedoet, want zij zaten ook al in een alliantie met Olympus. De vraag is of het MicroFourThirds Systeem blijft bestaan. Het voordeel van dat systeem ten opzichte van de spiegelloze systeemcamera’s met een fullframe sensor is dat het allemaal veel kleiner blijft. Want hoewel de nieuwe camera’s een stuk kleiner zijn dan de modellen met een spiegel, blijven de objectieven relatief groot vanwege de benodigde beeldcirkel.
Interessant is verder de ontwikkeling bij Fujifilm die met betaalbare middenformaatcamera’s komt. Met de eerste GFX baarde het merk een aantal jaar geleden al opzien, de nieuwe camera’s maken middenformaat nog interessanter. Niet alleen wat betreft prijs, de GFX50R is ook naar verhouding compact. Het is een mooie doorbraak. Ook hier heb ik even met de camera gespeeld en het voelt allemaal goed. Met zulke camera’s krijg ik weer zin om apparatuur te testen.
Op cameragebied gebeurt er verder weinig spannends. Mooie ontwikkelingen zijn er bij de flitsers. De nieuwe Profoto B10 is een interessante compacte flitser en lijkt mij een directe concurrent van hun eigen B2. Het is nog beter mee te nemen dan de B2, want je hebt geen aggregaat nodig en biedt evenveel vermogen. Bijzonder is ook het instellicht, daar kun je de kleurtemperatuur van aanpassen. Niet alleen voor fotografen interessant dus, maar ook voor video. Bij broncolor hebben ze zelfs een speciale compacte continue lichtbron uitgebracht met instelbare kleurtemperatuur, de LED F160. Een mooie lichtbron. Net als bij Profoto zie je bij broncolor een degelijke kwaliteit. Beide merken zijn niet goedkoop, je ziet de meerwaarde wel terug in de bouw en de ontwikkelingen.
Wie goed zoekt zal nog meer ontdekkingen doen op de Photokina. De achterwand waarmee je analoge camera’s kunt ombouwen tot digitale bijvoorbeeld. Al vraag ik me af hoe serieus dat is. Maar ook dit soort nieuwtjes worden schaars op de beurs, er zijn gewoon veel minder standhouders. Zelf werd ik wel erg blij van het nieuwe tassenmerk Nya-Evo. Afkomstig van F-stop heeft de ontwerper vorig jaar een nieuwe fotorugzak uitgebracht, op de beurs toonde Nya-Evo een prototype van een nieuw model. De tassen hebben veel weg van F-Stop, maar zijn beter uitgevoerd. Het zit hem voor het grootste deel in de details en een beter draagcomfort. Binnenkort heb ik zo’n tas in huis, na het gesprek op de stand zijn we overeengekomen dat ik ambassadeur van Nya-Evo wordt. Dus wat dat betreft was de Photokina voor mij vruchtbaar. En het is sowieso goed om even te kijken hoe de markt zich ontwikkeld, want hoewel de fotograaf de foto maakt helpt apparatuur je wel om nieuwe mogelijkheden te ontdekken. In het voorjaar van 2019 is er weer een Photokina, wellicht wordt het dan weer groter. Want twee beurzen zo kort op elkaar is wel wat veel van het goede.